Overdenking
Overdenking
DRIE STERRENKIJKERS EN EEN TEKEN VAN HOOP
Eind oktober hadden ze elkaar nog gesproken, de drie sterrenkijkers. Eerst in de chat tijdens de online-lezing van hun collega sterrenkundige Heino Falcke voor de Protestantse Kerk in Nederland. De man die wereldberoemd is geworden met die foto die zij allemaal wel hadden willen maken, de eerste van een zwart gat. Dan stel je in hun vakgebied dus écht wel iets voor. Hij had hen uitgenodigd, want die avond zou hij hen heel andere kwaliteiten laten zien. Hij bleek ook voorganger te zijn in de kerk en … te geloven in God! Na afloop hadden ze in een aparte zoom-sessie met z’n drieën als geleerden nog wat doorgepraat. Ze begonnen wat lacherig. Een beetje verlegen met de kwestie van geloof en wetenschap, zoals meestal onder collega’s. Want tja, in God geloven, wat moet je daar als wijze nou mee? “Kénnis is toch belangrijk“ monkelde de ene in zijn baard “en heeft ons vooruitgang gebracht.” En de tweede stelde wanhopig gebarend de vraag: “Waarom hechten mensen juist niet méér waarde aan wetenschappelijk kennis in tijden van de pandemie en een steeds dreigende code zwart?” Tot de derde wijze moed vatte en haar ziel opende: “Ik was er wel door geraakt, dat Heino zei dat er in onze tijd geen gebrek is aan kénnis maar een gebrek aan hoop.” De anderen knikten wél instemmend zag ze, maar ze hoorde hen niet. Zij hadden zichzelf bij deze ontboezeming voor de zekerheid op mute gezet. Eén voor één verlieten ze tenslotte de groep en keerden terug naar hun sterrenkijkers. Maar die woorden “gebrek aan hoop“ namen alle drie de wijzen mee hun studeerkamers in. Enkele weken later wordt het Advent. In kerken overal ter wereld gaat men hoopvol onderweg naar het Kerstfeest. En de drie wijze vrienden … ook die gaan op weg, vol van hoop, ieder voor zich. Want alle drie hebben zij iets bijzonders aan de hemel gezien. Een licht, een ster, ontdekt zoals ze er nog nooit één hebben gezien. Dromen van eeuwige roem en de hoop op wereldwijde eer roeren zich in hen.
“Als ík toch óók eens iets zou ontdekken wat nog niemand eerder …. “. In hun harten zingt het al zachtjes: “A star is born.”. En “Nobel, Nobel, Nobel, Nobel”. Onderweg naar hun sterren-bestemming hebben ze alle tijd om nog eens terug te denken aan het gesprek over geloof en wetenschap, over kennis en hoop. En op hun IPhones scrollen ze voor de gein wat door een Bijbelapp, op zoek naar woorden die hen hierin de weg zouden kunnen wijzen. In een donkere
decembernacht volgen ze elk “hun“ ster. Tot ze bij de plaats van bestemming zijn, en in het heldere licht van die stralende ster ontdekken dat zij daar niet alleen zijn: “Jij hier? En jij ook?“
“Ik kwam eigenlijk voor eeuwige roem… “ zegt de eerste wijze beschaamd.
“Voor niet minder dan de Nobelprijs …“ biecht de tweede op.
“Mij ging het allemaal om het geld dat ik zou ontvangen…“ fluistert de derde.
Verbaasd kijken ze om zich heen. “Waar zijn we eigenlijk?” vragen ze zich af. Want ze keken onderweg zo vaak naar boven, dat ze niet heel goed meer om zich heen hebben gekeken. Ze zijn vér van huis, zoveel staat vast. En het heeft er wel iets weg van een kerk, maar monumentaal is het schamele bouwwerk zeker niet te noemen. Er staat een houten bak klaar met wat stro erin en een paar kleurige Afrikaanse doeken. Een stel bordkartonnen dierfiguren staat erbij opgesteld. Wat lastdieren. Maar ook een os en een ezel, die de domheid en de koppigheid van de mensen verbeelden, zijn aanwezig.
“Alles staat hier klaar voor het Kerstfeest dat vannacht in de hele wereld gevierd gaat worden” ontdekt één van hen.
“Het feest van de geboorte van het Kind, dat de redder is van de wereld, en de hoop voor alle mensen.”
“En nu zijn wij hier dus ook… ergens in Afrika“ aarzelt ze.“Als de drie wijzen. Aan geleerdheid geen gebrek zou je dus zeggen, maar toch voel ik me dom.”
Alle drie pakken ze een baal stro en vertellen aan elkaar wat ze onderweg hiernaartoe hebben ontdekt, over waar het werkelijk om gaat in het leven.
Dat kennis ertoe doet, en wetenschap ons vooruit helpt. Maar dat het niet de bedoeling is dat het daarbij gaat om roem of eer, en zeker niet enkel om geld.
De Bijbelapps gaan weer open.
“Heb God lief met heel je hart, heel je ziel en heel je verstand“ leest de één, en opeens weet hij wat hem te doen staat.
“Onderzoekt alle dingen, en behoudt het goede“, die woorden van Paulus vervullen de ziel van de tweede wijze en plotseling lost de tegenstelling tussen geloven en wetenschap zich voor hem op.
Ten slotte houden de woorden “Je kunt niet God én de Mammon liefhebben“, de derde een spiegel voor en alles staat voor haar voorgoed in een ander licht.
“Laten wij onze plaats in het Kerstverhaal ook innemen, en de mensen hier vannacht verrassen met een onverwacht teken van hoop!“ zijn ze het eens.
En om beurten halen de drie wijzen iets tevoorschijn, en leggen het alvast als geschenk bij het wiegje dat nog wacht op de geboorte van het Kerstkind.
De foto’s die ze ervan maken zenden ze via de cloud hun invloedrijke netwerken in. In de hoop dat hun digitale Kerstboodschap uit Afrika aankomt in deze nacht. Bij wie de kennis hebben, en de macht en de financiële middelen
om te beslissen over de bescherming en gezondheid van zovelen.
Als een uurtje later Maria en Jozef hun plaats innemen voor het kerstspel en hun Kerstkind in de bonte doeken wikkelen, ontdekken ze bij het wiegje de drie geschenken van de wijzen: een injectienaald, een mondkapje en een bankbiljet.
Als een teken van hoop voor de mensheid, verbeeld in het pasgeboren Kind.
Dat we de wereld, de mensen, kunnen rédden
als we willen delen zoals het Christuskind ons heeft voorgedaan.
Hun gezichten lichten óp als de stralendste ster
en de glans van hun glimlach werkt aanstekelijk op iedereen die erbij is.
Ondertussen gaan de drie bevriende sterrenkijkers samen huiswaarts, terwijl ze zachtjes hummen: Noël, Noël, Noël, Noël. Born is the King of Israel”
Ds. Renske Zandstra
|